Gemeente helpt Park Oosterspoorbaan naar de knoppen


Op 5 Augustus 2022 besloot de gemeente een bouwvergunning te geven voor drie aaneengeschakelde woningen pal langs de Oosterspoorbaan. Driehoog en met een dove gevel in verband met de geluidsoverlast van het spoor en de sneltram. De drie woningen maken deel uit van een project voor zeven woningen aan het eind van de doodlopende Kovelaarstraat.

Achterkant van de drie aaneengeschakelde woningen op de grens van het park.

Om de woningen te kunnen bouwen, moeten bomen worden gekapt, waaronder de monumentale boom op de hoek van de Oosterspoorbaan en de ingang naar de begraafplaats Kovelswade (nr.49), maar ook de bomen 32, 33 en 48. Zie onderstaande foto, genomen vanaf het Houtensepad.

Bewoners van de Kovelaarstraat en het Oude Houtensepad hebben zich tegen het plan verzet en de Welstandscommissie heeft negatief geadviseerd in verband met de aantasting van de groene zone langs de Oosterspoorbaan, maar het huidige college met GroenLinks als grootste partij heeft ermee ingestemd.


Linkerfoto zoals het nu is, rechter foto met de drie woningen ingetekend.

In het Groenstructuurplan 2007 wordt uitgelegd hoe belangrijk het is groene ele­men­­ten in de stad (genoemd worden o.a. begraafplaatsen en bermen langs het spoor) te ver­bin­den: “doorverbinden van routes heft de barrièrewerking van delen van het stedelijk groen op” en “de bereikbaarheid van het groen buiten Utrecht wordt verbeterd” (p.28). Het met elkaar verbinden van groenelementen en doorverbinden met groene gebieden buiten de stad maakt niet alleen dat vogels en andere dieren makkelijker de weg van buiten naar bin­nen de stad vinden en zich daar nestelen/vestigen, maar ook dat Utrechters het groen wan­delend en op de fiets kunnen beleven langs groene routes die naar groene gebieden bui­ten de stad leiden.[1] In het Meerjaren Groen­program­ma 2016-2019 wordt op p. 12 als één van de uit te voeren projecten genoemd: “Aanleg van een groenrecreatieve route op de voormalige Oos­terspoorbaan, die Minstroom met Lunet­ten ver­bindt”.

De bouw van de drie aaneengeschakelde woningen pal langs het Oosterspoorbaanpark is dus ook in strijd met zowel het Groenstructuurplan 2007 als het Meerjaren Groenprogramma 2016-2019.

Op de kritiek die door omwonenden én door de Welstandscommissie is geuit op deze aantasting van het Oosterspoorbaanpark is het College in het besluit niet ingegaan. Vreemd genoeg was dat voor de rechtbank geen reden het College zijn huiswerk over te laten doen.

De rechtbank had kunnen vragen: waarom is het College niet ingegaan op de kritiek van de bewoners en de Welstands­commissie? Vindt het College het dan geen aantasting van het Oosterspoorbaanpark dat de doorlopende groene wand wordt onderbroken door een blok van drie woningen?

De rechtbank had ook kunnen vragen: als er langs het park woningen mogen komen op dié plaats, mogen die dan ook op andere plaatsen langs het park komen? En als er op meer plaatsen langs het park van die woningen mogen komen, wat blijft er dan van het park over en van de groene route van het voormalige station Maliebaan via de begraafplaats Kovelswade naar Amelisweerd die door de  gemeente is voorzien? Loop en fiets je straks dan langs woningen in plaats van langs tuinen en bomen? Dat heeft de rechtbank niet gevraagd, terwijl die vraag voor de hand ligt. Immers, als je woningen mag bouwen op één plaats langs het park, waarom dan niet ook op andere plaatsen langs het park? Het College heeft ook niet aangegeven waarom hier wél en op andere plaatsen langs het park niet. Gevreesd moet dus worden dat het hier niet bij blijft en dat er van het park weinig over zal blijven.

Kortom: de gemeente legt in 2016 samen met bewoners en voor veel geld een mooi park aan, maar zes jaar later begint de gemeente vergunningen te geven om langs dat park bomen te kappen en wonin­gen te bouwen, waar­door er van het park weinig overblijft.

[1] Raadsbrief 26 juni 2019 over het Meerjaren Groenprogramma 2019-2022, jaarsnede 2019 noemt als ambitie “Stad en land verbinden: verbeteren bereikbaarheid van de groengebieden rond Utrecht door recreatieve en ecologische verbindingen aan te leggen”.