Participatie als fopspeen

Kom je net terug van een zitting van de Raad van State over het Kovelaarstraatplan, lees je het stuk van Louis Engelman “Participatie of echte invloed?”. Je hoeft maar één zo’n zitting mee te maken en je bent meteen genezen. Natuurlijk is het niet de bedoeling burgers een stem te geven, want dan komt er weinig terecht van de plannetjes die de ruimtelijke ontwikkelaars van de gemeente samen met projectontwikkelaars uitbroeden.

Heeft de gemeente net samen met bewoners het Oosterspoorbaanpark aangelegd, krijgt een projectontwikkelaar een vergunning om 3 aaneengesloten woningen te bouwen pal langs de rand van het park en daarvoor 5 grote bomen te kappen, waarvan één ouder dan 80 jaar. Hoewel de bewoners van de Kovelaarstraat in grote meerderheid tegen zijn, beweert de woordvoerster van de gemeente ijskoud dat het plan de uitkomst is van participatie.

De afdeling Stedenbouw had laten weten dat wat die afdeling betreft participatie de uitkomst van het planproces mocht bepalen, de woordvoerster van de gemeente beweert ijskoud dat de afdeling positief had geadviseerd. En dat terwijl, zoals de rechtbank reeds had vastgesteld, een advies van de afdeling Stedenbouw in het dossier ontbrak.

De commissie Welstand had negatief geadviseerd over het stedenbouwkundig aspect (aantasting van het groene Oosterspoorbaanpark). Toen wethouder Verschuure had laten weten daar geen boodschap aan te hebben, besloot de commissie om alleen te adviseren over welstand in enge zin (kleur van de bakstenen e.d.) Niettemin beweert de woordvoerster van de gemeente dat de commissie Welstand positief had geadviseerd over het hele plan.

Over de geluidhinder zo vlak langs het spoor en de tram van de Uithoflijn was het verhaal van woordvoerster van de gemeente in eerste instantie dat de bewoner die het beroep had ingesteld niet-ontvankelijk was, omdat alleen de toekomstige (nog onbekende)bewoners van de nieuwe woningen belanghebbend zijn, en dat daarom ook geen onderzoek was gedaan naar geluidsoverlast voor de bewoners die er al wél wonen. Toen bleek dat die bewoners wél ontvankelijk waren was het verhaal dat de gemeente wél onderzoek had gedaan, maar dat het allemaal reuze meeviel.

Over de monumentale bomen voerde de woordvoerster van de gemeente nog aan dat het niet erg was om die te kappen, want er zouden nieuwe (lei-) boompjes voor in de plaats komen en de ecologische functie van die bomen (eekhoorns, sperwers e.d.) kon wel overgenomen door bomen in de omgeving die (nog) niet gekapt werden. Standaard antwoord van de gemeente, die het aantal bomen vóór 2040 met 60.000 wil doen toenemen.

Zoals het vandaag ging bij de zitting over het Kovelaarstraatplan, zo gaat het bij elke zitting. Bij de zitting over de 67 bomen bij de Ivoordreef zal de gemeente ook weer gaan vertellen dat het bouwplan tot stand is gekomen door participatie, terwijl het bouwplan pas ter visie werd gelegd toen er niets meer aan veranderd kon worden.

Het beste voorbeeld van de Utrechtse nep-participatie is nog steeds de participatie waartoe bewoners rond het sportpark Ondiep door de gemeente werden aangespoord. Toen die een andere mening bleken te zijn toegedaan dan de gemeente en gebruik maakten van hun recht om bezwaar en beroep in te stellen, voerde de gemeente aan dat ze niet ontvankelijk waren in hun beroep omdat ze niet belanghebbend waren.

Conclusie: participatie vindt alleen plaats omdat de gemeente achteraf wil beweren dat er participatie heeft plaatsgevonden, terwijl er ondertussen alles aan wordt gedaan om plannen tegen de zin van bewoners door te douwen.