Gemeente zegt 60.000 bomen te willen planten, maar weet niet waar

Naar aanleiding van onderstaand woo-verzoek van de Utrechtse Bomenstichting berichtte het college op 16 juni j.l. dat er géén documenten zijn waaruit blijkt waar nog bomen in de stad geplant kunnen worden, laat staan de 60.000 bomen die genoemd worden in de raadsbrief van 8 maart 2022 (Strategie voor groen).

Berekend was ter gelegenheid van de RSU 2040 per buurt hoeveel bomen er bij zouden moeten komen om te voldoen aan de Visie Klimaatadaptatie, maar waar die bomen moeten komen en of daar wel plaats voor is (gegeven alle kabels en leidingen, parkeerplaatsen, verharding voor stoep en rijweg en voor bouwlocaties) is en wordt niet onderzocht.

Kortom: er worden wél plannen gemaakt voor hoogbouw, verdichting en verstening, maar er worden géén plannen gemaakt minstens om de stad groen te houden (een “gezonde” balans tussen verdichten en vergroenen). En geen sprake van “versnellen”. De zgn ambitie om 60.000 bomen bij te planten voor 2040 is kennelijk niet meer dan misleidende propaganda om ons akkoord te laten gaan met een ongekende verdichtings/versteningsoperatie, met het kappen van bomen en vooral veel hittestress.

Aan het college,

Volgens uw brief aan de gemeenteraad van 8 maart 2022 (Onderwerp: Strategie voor groen) moeten er per saldo 60.000 bomen bijkomen om te voldoen aan de “gezonde” balans tussen verdichten en vergroenen in 2040. Om dat doel te bereiken is volgens uw brief een “trendbreuk” nodig. Het aantal bomen is in de periode 2015-2019  immers niet toegenomen (zie Evaluatie bomenbeleid 2016-2020) , terwijl het aantal woningen en inwoners wél is toegenomen en de aanwas van het aantal bomen was tot 2015 maar heel gering.

In uw raadsbrief “Strategie voor groen” wordt als belangrijkste voorwaarde voor het “versnellen” (p.5) genoemd het feit dat het huidige budget (3,2 miljoen per jaar) ontoereikend is. Dat zou volgens uw raadsbrief 80 miljoen per jaar moeten zijn.

De Utrechtse Bomenstichting heeft echter de sterke indruk dat de gemeente helemaal niet weet waar die 60.000 bomen (plus de bomen die in de plaats moeten komen van te kappen bomen) moeten komen, althans dat daar geen concrete plannen voor bestaan, laat staan goedgekeurde plannen.

Bij de behandeling van het bezwaar tegen de kapvergunning Oudenoord 528 (besluit met kenmerk 8887660) voerde de vertegenwoordiger van de afdeling Vergunningen aan dat een “plaats elders in Utrecht is niet makkelijk te vinden. Het is al moeilijk om alle bomen op de herplantlijst te plaatsen” en “Voor de herplanting van 1 boom binnen de bebouwde kom een langdurig onderzoek instellen naar mogelijke locatie in de gemeente is te tijdrovend en kostbaar”. Redenen om in dit geval dan maar akkoord te gaan met het planten van klimop langs de tuinmuur i.p.v. herplant van een boom buiten de tuin van aanvrager (waartoe de aanvrager zich bereid had verklaard de kosten te dragen).

Het voorbeeld van de kapvergunning Oudenoord 528 doet vrezen dat de gemeente, ondanks de ambitie 60.000 te gaan planten tot 2040, in het geheel niet beschikt over een overzicht (kaart) van op hun geschiktheid beoordeelde locaties voor het planten van bomen en dat dát (en niet het te geringe budget) de reden is waarom de “trendbreuk” een loos voornemen (alleen voor de bühne) zal blijken te zijn om bezwaren tegen verdichting (RSU 2040) weg te nemen.

Om na te gaan hoe reëel de vrees van de Utrechtse Bomenstichting is, verzoek ik u om inzage in een bij de gemeente bestaande overzicht van alle op hun geschiktheid voor het planten en herplanten beoordeelde locaties in de bebouwde kom, inclusief documenten waaruit blijkt dat die locaties op hun geschiktheid zijn beoordeeld.

Namens de UBS