GroenLinks weigert gesprek

Sinds 9 december staat op deze site de post “Zijn GroenLinksers wel zo lief voor de natuur, het milieu en het klimaat?”

GroenLinks heeft deze post aangegrepen om niet met ons in debat te gaan en zelfs geen gesprek met ons te hebben. Zie de mail van 12 december.

Het voorstel voor een debat dateert van 4 november 2022.  Dat de UBS geen respect opbrengt voor wat GroenLinks sinds 2006 (toen het in het college kwam) tot stand heeft gebracht / aangericht heeft bleek al uit de uitnodiging voor een debat.

De vraag is of raadsleden die zich hebben laten kiezen om burgers te vertegenwoordigen aan een gesprek/debat de voorwaarde kunnen verbinden dat er wel respect voor ze moet zijn.  Wie die voorwaarde stelt moet geen volksvertegenwoordiger willen zijn.

Duidelijk is dat GroenLinks niets terug heeft op de kritiek van de UBS.

Motie ‘Pas kappen na uitspraak rechter’ verworpen

Terwijl de projectontwikkelaar 20 december via de gemeente aan de rechtbank had laten weten te zullen wachten op de uitspraak van de rechtbank, besloot een meerderheid van de gemeenteraad op 22 december, onder aanvoering van GroenLinks, dat er niet op de uitspraak mocht worden gewacht en er meteen moest worden gekapt.

Donderdag 22 december 2022 besloten GroenLinks, D66, VVD, PvdA, Student&Starter en PVV om zich alvast niets aan te trekken van de uitspraak die de rechter nog moet gaan doen in de zaak die de Bomenstichting had aangespannen tegen het kappen van 67 bomen. Respect voor de rechtbank is er niet bij.

De Partij voor de Dieren, Volt en Utrecht Solidair hadden in een motie opgeroepen met het kappen van de bomen te wachten tot de rechter zich daar over zou hebben uitgesproken. De bomen zouden moeten worden gekapt om de bouw van woningen mogelijk te maken conform het bestemmingsplan Ivoordreef dat de 22e werd vastgesteld.

Vooruitlopend op de vaststelling van het bestemmingsplan had het college een jaar eerder (2 december 2021) alvast een vergunning vertrekt om de bomen te kappen, zij het onder de voorwaarde dat er pas gebruik van mocht worden gemaakt als het bestemmingsplan was vastgesteld.

De Bomenstichting stelde beroep in tegen deze wel zeer voorbarig verleende kapvergunning omdat niemand nog kon weten hoe dat bestemmingsplan zou worden vastgesteld. Misschien wel gewijzigd zodat er minder bomen hoefde te worden gekapt. Het beroep tegen de kapvergunning moest nog behandeld worden.

Het instellen van beroep schorst in ons rechtssysteem niet het besluit waartegen beroep is ingesteld. Voor zo’n schorsing is ook  een verzoek voorlopige voorziening nodig. Omdat het beroep nog niet behandeld was en de gemeenteraad het bestemmingsplan op 22 december naar alle waarschijnlijkheid zou gaan vaststellen, verzocht de Bomenstichting 17 december om de voorlopige voorziening.

Op 20 december berichtte Juridische Zaken aan de rechtbank dat de ontwikkelaar bereid was de werkzaamheden uit te stellen in afwachting van de uitspraak van de voorzieningenrechter. De ontwikkelcombinatie deed dus waar in de verworpen motie om werd gevraagd.

De eerste vraag die opkomt is natuurlijk: waarom vertelde de wethouder (Van Hooijdonk van GroenLinks) de raad niet dat de ontwikkelaar de gemeente 2 dagen eerder had laten weten bereid te zijn te wachten op de uitspraak van de voorzieningenrechter en dat de motie iets vroeg wat de ontwikkelaar al had toegezegd?

De tweede vraag is: houdt de gemeenteraad er helemaal geen rekening mee dat burgers in ons rechtssysteem beroep kunnen instellen tegen het bestemmingsplan en dat dat natuurlijk geen zin heeft als je nog vóórdat er beroep kan worden ingesteld de bomen al vast kapt?

De eerste vraag,  die moet de wethouder maar beantwoorden. Wat de tweede vraag betreft is het antwoord duidelijk: de gemeenteraad wil zoveel mogelijk verhinderen dat burgers beroep instellen tegen bouwplannen van de gemeente. Dat is ook waarom plannen pas de inspraak ingaan als ze tot in de kleinste details zijn voorbereid en er praktisch gesproken niets meer aan te  veranderen valt. En het is ook waarom  de gemeente zo veel mogelijk zorgt dat de bomen al gekapt zijn vóórdat burgers tegen de bouwplannen in beroep kunnen gaan.

De gemeente, in dit geval dus partijen als GroenLinks en D66 (ooit opgericht om de democratie een betere kans te geven) speculeren er op dat burgers, als de bomen eenmaal zijn gekapt, de hoop op zullen geven en van beroep zullen afzien.

Ooit stelde GroenLinks voor het kappen te verbieden zolang bouwplannen nog niet onherroepelijk waren (dus nadat er tot en met de Raad van State over was geprocedeerd). Dat was de motie Giesberts (2005). Maar dat is lang geleden en toen zat GroenLinks nog niet in het college.

Ooit kwam GroenLinks op voor alles wat groen was. Sinds GroenLinks in het college zit (2006) kan je als bomenbeschermer beter met een projectontwikkelaar te maken hebben (die bereid is te wachten op de uitspraak van de rechter) dan met GroenLinks die meteen wil kappen en niet op de uitspraak wil wachten.

Participatie als fopspeen

Kom je net terug van een zitting van de Raad van State over het Kovelaarstraatplan, lees je het stuk van Louis Engelman “Participatie of echte invloed?”. Je hoeft maar één zo’n zitting mee te maken en je bent meteen genezen. Natuurlijk is het niet de bedoeling burgers een stem te geven, want dan komt er weinig terecht van de plannetjes die de ruimtelijke ontwikkelaars van de gemeente samen met projectontwikkelaars uitbroeden.

Heeft de gemeente net samen met bewoners het Oosterspoorbaanpark aangelegd, krijgt een projectontwikkelaar een vergunning om 3 aaneengesloten woningen te bouwen pal langs de rand van het park en daarvoor 5 grote bomen te kappen, waarvan één ouder dan 80 jaar. Hoewel de bewoners van de Kovelaarstraat in grote meerderheid tegen zijn, beweert de woordvoerster van de gemeente ijskoud dat het plan de uitkomst is van participatie.

De afdeling Stedenbouw had laten weten dat wat die afdeling betreft participatie de uitkomst van het planproces mocht bepalen, de woordvoerster van de gemeente beweert ijskoud dat de afdeling positief had geadviseerd. En dat terwijl, zoals de rechtbank reeds had vastgesteld, een advies van de afdeling Stedenbouw in het dossier ontbrak.

De commissie Welstand had negatief geadviseerd over het stedenbouwkundig aspect (aantasting van het groene Oosterspoorbaanpark). Toen wethouder Verschuure had laten weten daar geen boodschap aan te hebben, besloot de commissie om alleen te adviseren over welstand in enge zin (kleur van de bakstenen e.d.) Niettemin beweert de woordvoerster van de gemeente dat de commissie Welstand positief had geadviseerd over het hele plan.

Over de geluidhinder zo vlak langs het spoor en de tram van de Uithoflijn was het verhaal van woordvoerster van de gemeente in eerste instantie dat de bewoner die het beroep had ingesteld niet-ontvankelijk was, omdat alleen de toekomstige (nog onbekende)bewoners van de nieuwe woningen belanghebbend zijn, en dat daarom ook geen onderzoek was gedaan naar geluidsoverlast voor de bewoners die er al wél wonen. Toen bleek dat die bewoners wél ontvankelijk waren was het verhaal dat de gemeente wél onderzoek had gedaan, maar dat het allemaal reuze meeviel.

Over de monumentale bomen voerde de woordvoerster van de gemeente nog aan dat het niet erg was om die te kappen, want er zouden nieuwe (lei-) boompjes voor in de plaats komen en de ecologische functie van die bomen (eekhoorns, sperwers e.d.) kon wel overgenomen door bomen in de omgeving die (nog) niet gekapt werden. Standaard antwoord van de gemeente, die het aantal bomen vóór 2040 met 60.000 wil doen toenemen.

Zoals het vandaag ging bij de zitting over het Kovelaarstraatplan, zo gaat het bij elke zitting. Bij de zitting over de 67 bomen bij de Ivoordreef zal de gemeente ook weer gaan vertellen dat het bouwplan tot stand is gekomen door participatie, terwijl het bouwplan pas ter visie werd gelegd toen er niets meer aan veranderd kon worden.

Het beste voorbeeld van de Utrechtse nep-participatie is nog steeds de participatie waartoe bewoners rond het sportpark Ondiep door de gemeente werden aangespoord. Toen die een andere mening bleken te zijn toegedaan dan de gemeente en gebruik maakten van hun recht om bezwaar en beroep in te stellen, voerde de gemeente aan dat ze niet ontvankelijk waren in hun beroep omdat ze niet belanghebbend waren.

Conclusie: participatie vindt alleen plaats omdat de gemeente achteraf wil beweren dat er participatie heeft plaatsgevonden, terwijl er ondertussen alles aan wordt gedaan om plannen tegen de zin van bewoners door te douwen.

Zijn groenlinksers wel zo lief voor de natuur, het milieu en het klimaat?

Stel je bent een ambitieuze projectontwikkelaar of een grote woningcorporatie en je wilt flink winst maken door betaalbare woningen te slopen en te vervangen door dure nieuwbouw en bomen kappen om er flats te kunnen bouwen. Of stel dat je Eneco bent, eigendom van de Japanse multinational Mitsubishi, en je wilt flink verdienen aan het klimaat.

Precies, dan moet je ervoor zorgen dat GroenLinks in het college zit. Niet de VVD of het CDA, nee het is veel slimmer ervoor te zorgen dat GroenLinks het gezicht van het college is. Want dan denkt iedereen die groen wil denken, dat de plannen van het college klimaatvriendelijk zijn en dat het college het beste voor heeft met Utrechters die weinig te besteden hebben.

GroenLinks in het college zetten is veel effectiever dan welke commerciële reclame of propaganda dan ook, vooral als je allebei doet. Het kappen van bomen noem je “vernieuwen van groen”, wonen in extreem hoge dichtheid noem je “gezond wonen”, bouwen van dure woningen noem je “sociaal”. En omdat GroenLinks in het college zit gelooft de achterban van GroenLinks dat allemaal. Zo gaat dat.

Om te begrijpen hoe het mogelijk is dat GroenLinks zich voor het karretje laat spannen van projectontwikkelaars, corporaties en bedrijven als Eneco, zijn twee verklaringen van belang.

1. De achterban van GroenLinks bestaat grotendeels uit lieve mensen die het goed voor hebben met groen en met sociaal. Maar die lieve mensen kunnen zich niet voorstellen dat raadsleden en wethouders van GroenLinks niet lief zijn. Inherent aan lief zijn is te goed van vertrouwen zijn. Juist lieve mensen kan je met groot gemak alles wijsmaken. En dat gebeurt dus ook in een partij als GroenLinks.

2. Een partij met een lieve en goedgelovige achterban biedt  geweldige kansen voor baantjesjagers. Zodra zo’n partij in de lift zit stromen ze toe: ambtenaren die even snel carrière willen maken, figuren uit de commerciële wereld die wethouder willen worden, ondernemers uit het wereldje van commerciële advies bureaus op zoek naar opdrachten.

In korte tijd hebben de baantjesjagers de macht in GroenLinks overgenomen, dankzij de goedgelovigheid van de achterban die niet alleen lief is maar ook erg trouw en loyaal. Hetzelfde hebben we gezien bij de PvdA in de jaren 70. Daar werd in enkele jaren de macht overgenomen door studenten en doctorandussen die vervolgens snel carrière maakten in het openbaar bestuur en het bedrijfsleven.

Ik volsta met twee voorbeelden.
Frits Lintmeijer begon als voorlichter bij de gemeente Utrecht, klom op tot directeur van het super commerciële organisatiebureau Berenschot en werd vervolgens tot het ambt van wethouder in Utrecht geroepen in de periode 2010-2014 waar hij zich inzette tegen het beperken van het autoverkeer en vóór lapmiddelen om de luchtverontreiniging tegen te gaan. De man had niets met het oorspronkelijke gedachtegoed van GroenLinks.

Lot van Hooijdonk sloot haar studie af in het diplomatenklasje (leergang buitenlandse betrekkingen), werd speechwriter en persvoorlichter van minister Karka Peijs (CDA), waar ze een ongemeen pro auto beleid aan de man mocht brengen. In 2010 zag zij haar kans schoon om via GroenLinks carrière te maken en in 2014 werd ze wethouder in Utrecht. Ook Van Hooijdonk heeft niets met het oorspronkelijk gedachtegoed van GroenLinks.

In 2015 nam Van Hooijdonk de beslissing om meer verkeerslichten uit te zetten zodat automobilisten sneller op de plaats van hun bestemming konden zijn. Jammer voor overstekende voetgangers. Niet een besluit dat je van GroenLinks verwachten kan. 

Van Hooijdonk weigerde consequent en nog steeds de “kwaliteitsverklaring” van Eneco door deskundigen te laten controleren, waardoor Eneco kan blijven beweren dat de door Eneco geëxploiteerde stadsverwarming (grotendeels gestookt met bomen!) goedkoop en klimaatvriendelijk is. Van Hooijdonk loog dat de gemeente het recht niet heeft de door Eneco zelf opgestelde kwaliteitsverklaring te controleren.

Het recept is dus eenvoudig: zorg dat er in het college een paar wethouders zitten van GroenLinks en de fractie eet uit je hand (baantjesjagers genoeg). Trek je bij de wethouder aan de touwtjes dan bewegen de raadsleden van GroenLinks vanzelf mee en de achterban vindt het allemaal welgedaan.

GroenLinks mocht in 2006 mee gaan doen in het college op de voorwaarde dat de partij akkoord ging met de aanleg van de fly-over bij de ML.Kinglaan die nodig was om zeer veel extra autoverkeer de stad in te loodsen. Kostte overigens 192 mooie grote bomen.

GroenLinks mocht in 2006 mee gaan doen in het college op de voorwaarde (van de PvdA) dat het akkoord zou gaan met de sloop van 9600 sociale huurwoningen. En ook de stationsplannen (heel veel hoogbouw) waar GroenLinks tegen was: geen probleem!

Eenmaal in het college stelde GroenLinks (wethouder Giesberts) voor de kapvergunning af te schaffen. Met de kap van 744 bomen om de golfbaan De Haar uit te breiden had GroenLinks, dat de mond vol heeft over het klimaat, geen probleem. Ook met de kap van 95 bomen voor de aanleg van een kunststof hockeybalveld had GroenLinks geen probleem en evenmin met de kap  van 67 bomen langs de Einsteindreef waarmee de stedelijke groenstructuur ter plaatse vernietigd wordt. Ook met het stoken van bomen door Eneco voor de stadsverwarming heeft GroenLinks geen enkel probleem.

Al die lieve mensen die de achterban vormen van GroenLinks zouden zich moeten afvragen of zij echt wel zo lief zijn voor de natuur, het milieu en het klimaat door baantjesjagers aan de macht te helpen en te houden die in feite de belangen behartigen van projectontwikkelaars, corporaties en Eneco die alleen maar willen verdienen ten koste van natuur, milieu en klimaat.